Erkende of beschermende herkomstbenadering van wijnen conform de richtlijnen van de Europese Commissie en hierin aan te brengen wijzigingen, waarschijnlijk per 2018.
A. BESCHERMDE GEOGRAFISCHE AANDUIDING (BGA).
Conform de Europese wetgeving ( vastgelegd in EU-verordeningen ) mocht in Nederland als hoogste kwalificatie voor wijnen tot begin 2018 alleen “landwijn” op het etiket worden vermeld, samen met de naam van de desbetreffende provincie waar de wijngaard is gelegen. Bijvoorbeeld “Limburgse landwijn”. Dit is een Beschermde Geografische Aanduiding, kortweg BGA genoemd.
Per 2018 gelden dan volgens de richtlijnen van het Ministerie van Economische Zaken voor Nederlandse wijnen – maar ook voor andere Europose lidstaten – de volgende kwalificaties voor BGA-wijnen.
- Voor BGA-wijnen (in Europees verband) moeten de bijzonderheden over het geografische gebied betrekking hebben op natuurlijke EN/OF menselijke factoren.
2. Bij een BGA-wijn moet tenminste 85% van de gebruikte druiven afkomstig zijn uit dat geografisch gebied. De (Nederlandse) Rijksdienst voor Ondernemend Nederland heeft een lijst opgesteld van 98 toegestane druivenrassen BGA. Op deze lijst staan zowel de rassen Vitis Vinifera vermeld als de inmiddels bekende en veel aangeplante hybridevariëteiten. Niet duidelijk is of de toegestane menging van maximaal 15 % met andere wijn ook van druiven op deze lijst moet zijn. Met andere woorden: de BGA-wijn mag met 15% andere wijn(en) worden gemengd. Zo kunnen bijvoorbeeld wijnen met te hoge of te lage zuren, tannines, aroma’s etc… op deze wijnen worden gecorrigeerd. Natuurlijk kan door een dergelijke toevoeging ook worden gestreefd naar een ander smaakprofiel.
B. BESCHERMDE OORSPRONGBENAMING ( BOB ); te vergelijken met de Franse AOC-kwalificatie (Appellation d’Origene Contrôlée)
Buiten bovenvermelde BGA-kwaliteitsaanduiding voor wijnen bestaat er binnen de richtlijnen van de Europese Commissie tevens de mogelijkheid tot het verkrijgen van een strengere herkomstbenadering, de Beschermde OorsprongBenaming, kortweg BOB.
Wijn uit Nederlands en Belgisch Limburg heeft voortaan een beschermde status. Het is voor het eerst dat de Europese Unie Nederlandse wijn opneemt in de lijst met producten met zogeheten beschermde oorsprongsbenaming (BOB). De BOB-benaming “Maasvallei Limburg BOB” geldt voor druiven en daaruit vervaardigde wijnen afkomstig van een smalle strook rond de Maas in Belgisch en Nederlands Limburg.
De zogeheten Beschermde Oorsprongsbenaming (BOB) is een predicaat van de Europese Unie dat wordt verleend aan producten (in dit specifieke geval wijnen) waarvan de productie, verwerking en bereiding plaatsvinden binnen een bepaald geografisch gebied. Het bereidingsproces vindt plaats volgens een erkende en gecontroleerde werkwijze. Door de strenge eisen waaraan het product moet voldoen is de consument verzekerd van een hoge kwaliteit. Een BOB is in zekere zin vergelijkbaar met een Appellation d’Origine Contrôlée (AOC) in Frankrijk.
Voor de Beschermde Oorsprongsbenaming Mergelland komen alleen wijnen in aanmerking die gemaakt zijn van klassieke druivenrassen. Deze moeten zijn verbouwd zijn op een bodem die bestaat uit een teellaag van löss en een ondergrond van mergel (kalksteen). Het gebied waarvoor de BOB geldt bestaat uit negen gemeenten: Maastricht, Meerssen, Nuth, Simpelveld, Voerendaal, Vaals, Gulpen-Wittem, Eijsden-Margraten en Valkenburg aan de Geul.
Limburg is met 90 hectare wijnbouwgrond nog altijd de belangrijkste wijnbouwprovincie van Nederland. 75 hectare ligt binnen het gebied waarvoor de toegekende “Beschermde Oorsprongsbenaming Mergelland” geldt.
Eind vorig jaar werd al een BOB toegekend aan wijnen uit het Belgische Maasland. Deze BOB geldt voor wijnen afkomstig uit het gebied langs de Maas in noordelijke richting, beginnend bij Lanaken. Omdat aan Nederlandse zijde van de grensmaas ook wijngoed Thorn ligt, is de BOB Maasland in feite een grensoverschrijdende appellation.
De combinatie van löss en kalksteen brengt in het Limburgse Heuvelland wijnen voort met rijke fruitaroma’s en frisse, tintelende zuren. De heuvels zorgen voor een bundeling van zonnewarmte, een goede drainage en een natuurlijke bescherming tegen late nachtvorst. Het is er niet al te warm, waardoor de druiven mooi langzaam rijpen en ze hun volle aroma potentieel kunnen ontplooien.
Het Mergelland is een gebied met een enorm potentieel. Nergens in Nederland zijn de omstandigheden voor wijnbouw zo gunstig.
Producten met een BOB-keurmerk moeten in een bepaalde streek zijn gemaakt volgens een erkende en gecontroleerde werkwijze; onder meer Kanterkaas, de aardappel Opperdoezer Ronde en Brabantse Wal Asperges staan al op de BOB-lijst.
Het predicaat zal gelden voor twaalf druivenrassen. De BOB garandeert een bepaalde kwaliteit en zorgt er ook voor dat de wijnboeren duurzamer produceren.
Voorwaarden ter verkrijging van een BOB-kwalificatie voor wijnen :
- alle druiven waarvan de wijn is gemaakt moeten afkomstig zijn uit dat geografische gebied; mengen met andere wijnen, niet afkomstig uit het BOB-gebied is hierbij niet toegestaan;
- de bijzonderheden over het geografische gebied moeten betrekking hebben op zowel de natuurlijke als de menselijke factoren;
- de wijn mag alleen zijn gemaakt van de druiven Acolon, Auxerrois, Chardonnay, Dornfelder, Gewürztraminer, Pinot Blanc, Pinot Gris, Pinot Noir, Riesling en Siegerebe;
- er mag ook niet meer dan – afhankelijk van de soort druiven – 55 of 65 hectoliter per hectare worden geoogst.
Als bijzonder natuurlijke factoren, die gezamenlijk van invloed zijn op een bijzondere wijn werden in deze aanvraag vermeld:
- het droge microklimaat;
- de Maas;
- de klei en grindlagen in de bodem.
SULFIET EN WIJN.
Over sulfiet in de wijn in relatie tot hoofdpijn etc…………..worden vaak halve waarheden en soms ook onwaarheden verteld.
Omdat de (mythische) discussie hierover steeds in verschillende vormen aan de orde komt, wil ik uitgebreid op dit thema ingaan.
a. Wat is sulfiet?
Sulfiet is een verzamelnaam voor alle stoffen met zwavel. Het ontstaat als zwaveldioxide zich verbindt met water. Er is altijd een zuur nodig om sulfiet werkzaam te maken.
b. Hoe sulfiet te gebruiken?
Sulfiet toevoegen aan gewoon (leiding)water – om bijvoorbeeld een wijnvat te ontsmetten – mist zijn werking. Sulfiet reageert uitsluitend in contact met een zuur. In de wijnbouw wordt citroenzuur + sulfiet opgelost in water voor het ontsmetten van spullen die met most of wijn in aanraking komen. Water is immers pH-neutraal en mist dus de benodigde zuren om een reactie aan te gaan met het toegekende sulfiet.Bij toevoeging van sulfiet in most of wijn, regeert het in de most of wijn aanwezige zuur met de sulfiet.
c. Sulfiet in de wijnbouw.
- Zwavelelementen (sulfiet) zitten van nature op de schil van de druif. Omdat er in het druivensap zuren aanwezig zijn, reageren deze met deze aanwezige zwavelelementen op de schil. Zo onstaat er dus van nature – zonder toevoeging van sulfiet – toch in beperkte mate sulfiet in de wijn.
- ER BESTAAT DUS GEEN WIJN ZONDER SULFIET. Als de wijnboer uit welke overweging besluit geen verdere sulfiet toe te voegen staat op de wijnfles vaak vermeld “GEEN SULFIET TOEGEVOEGD”. Dit betekent dus dat er WEL DE VAN NATURE AANWEZIGE/GEVORMDE SULFIET IN DE WIJN AANWEZIG IS, maar daarnaast geen extra sulfiet is toegevoegd. Personen met een allergie voor sulfiet worden geadviseerd geen wijn te drinken. Dit geldt met name voor mensen met astmatische klachten.
- Sulfiet beschermt druivensap (most) tegen schimmelvorming en bacteriën. Ondanks de vele zorg en toegepaste bespuitingen zijn druiven ontvankelijk voor schimmelvorming en bacteriën, die na het persen terecht komen in de most. De natuurlijk aanwezige sulfiet is echter niet voldoende om de most en later de wijn stabiel te houden. In het gehele traject van wijn maken moet schimmel- en bacterievorming worden geneutraliseerd. Bij de druivenpluk (zowel handmatig als machinaal) worden niet alle met kwaadaardige schimmel aangetaste druiven verwijderd. Vaak zijn druiven ook aangevreten door wespen, vogels of andere insecten en dieren. Hierdoor worden fruitvliegjes aangetrokken die de aangetaste druiven besmetten met het azijnbacterie. Na het ontstelen en vermalen tot pulp wordt – afhankelijk van de “gezondheid” van de druiven – wordt de eerste hoeveelheid sulfiet toegevoegd, samen met pecto-enzymen om de aanwezige pectine in het vruchtvlees af te breken ter verkrijging van een hoger saprendement. De toegevoegde sulfiet zorgt er verder voor dat er geen oxidatie(= aantasting door zuurstof) plaats vindt.Gedurende de inweektijd van 12-24 uur wordt een groot deel van de sulfiet reeds afgebouwd. Witte druiven worden na deze periode geperst en het verkregen sap wordt nadien op gisting gezet. Gedurende deze gistingsperiode mag beslist geen sulfiet worden toegediend, waardoor de gisting stil kan komen te vallen omdat de giststellen worden gedood door de toegediende sulfiet. Dat geldt evenzeer voor rode druiven die met schil en pitjes in gisting worden gebracht ter verkrijging van kleur en tannines uit de schillen en pitjes. Nadat de wijn is uitgegist vindt de eerste heveling plaats om de afgestorven gistcellen te verwijderen. Hierbij komt de wijn in contact met zuurstof waardoor er oxidatie van de wijn optreedt. Ter voorkoming hiervan krijgt witte wijn krijgt bij de eerste heveling tussen 0,5 – 1 gram sulfiet per 10 liter sulfiet. Rode wijn mag na gisting en persen nog geen sulfiet ontvangen omdat anders de nadien volgende malolactische fermentatie (= omzetten van harde appelzuren naar liebliche melkzuren) niet opstart. Eerst na ongeveer 8 weken na einde van de malolactische fermentatie wordt na de heveling sulfiet toegevoegd. Na een half jaar volgt de tweede heveling + sulfiet. Tot slot wordt vlak voor het bottelen sulfiet toegevoegd omdat de wijn bij het vallen in flessen veel zuurstof meeneemt, met oxidatie tot gevolg als er geen sulfiet wordt toegevoegd. De sulfiet bindt immers de in de wijn aanwezige zuurstof. Wijnen dienen sulfietstabiel te worden gebotteld. Witte wijnen moeten bij het afvullen een hogere sulfietwaarde hebben dan rode wijnen omdat de tannines in rode wijn een conserverende / beschermende werking hebben. Witte wijnen verliezen hun fruitigheid en frisheid en verkleuren bovendien bij onvoldoende sulfietstabiliteit.
- Bovenstaande leert ons dat de houdbaarheid en kwaliteit van de wijn alleen maar kan worden gegarandeerd indien de wijnen sulfiet-stabiel zijn. Toevoeging van sulfiet – met name bij witte wijnen – is veelal noodzakelijk. Als het sulfietgehalte boven de 10 milligram per liter is, moet dat op het etiket worden vermeld. Dan weet de consument dat er waarschijnlijk extra is gezwaveld. De maximale sulfietwaarden in wijn zijn wettelijk vastgelegd, te weten 150 milligram per liter voor rode wijn, 200 milligram per liter voor witte wijn en rosé.
- Zonder of met weinig toegevoegde sulfiet kan de wijn geen temperatuurschommelingen verdragen en moet de wijn worden bewaard bij een temperatuur onder de 16 graden C. Koel bewaard zijn deze wijnen even lang houdbaar als dezelfde wijnen met veel sulfiet. Boven de 15 graden C oxideert een wijn versneld, zelfs al is de fles perfect afgesloten.
Bovenstaande brengt ons terug bij de vraag of sulfiet de boosdoener is van hoofdpijn na het drinken van wijn.
Hoofdpijn en wijn.
Hoofdpijn gaat meestal gepaard met een samentrekking of uitzetting van de bloedvaten in en rond de schedel. Dit veroorzaakt een prikkeling van de zenuwuiteinden op die bloedvaten en volgens de huidige kennis en inzichten is dit verantwoordelijk voor de hoofdpijn.
In wijn worden 4 soorten stoffen aangetroffen waarvan met weet dat ze een invloed hebben op deze bloedvaten, nl. alcohol, foezelalcoholen, aminen en flavanoïde fenolen.
- alcohol: Van alcohol is de vaatverwijdende invloed reeds lang bekend. Er is in diverse onderzoeken aangetoond dat vooral de alcohol – en zeker als je er teveel van drinkt – de vermoedelijke veroorzaker van de hoofdpijn is. Dit wordt veroorzaakt omdat alcohol vocht uit het lichaam drijft waardoor de bloedvaten in de hersenen een krimpreactie vertonen.
- foezelalcoholen: Deze worden langzamer opgenomen en veel trager verwerkt dan de gewone alcohol (=ethanol), waardoor ze lang in het lichaam blijven. Foezelalcoholen zijn verantwoordelijk voor de kater na een overmatig alcoholgebruik, wat onmiddellijk bewijst dat zij voor de hoofdpijn kunnen zorgen.
- aminen: Dit zijn een groep van stoffen waarvan bekend is dat ze ook verschijnselen als hartkloppingen, misselijkheid, transpiratie en bloeddrukverhoging kunnen veroorzaken. De werking van aminen wordt verder versterkt onder de aanwezigheid van alcohol. De hoeveelheid aminen in wijn wordt onder meer afhankelijk van het soort druiven en de zorgvuldigheid waarmee de wijn is gemaakt (hygiëne, ontsmetting van de druiven met sulfiet, gistingstemperatuur, zuiverheid van de fusten etc).
- flavanoïde fenolen. Deze zijn afkomstig uit de schil van de druiven. Rode wijn bevat veel meer van deze stof dan witte wijn. Dit vormt waarschijnlijk de verklaring waarom hoofdpijn vooral met rode wijn wordt geassocieerd.
Sulfiet als zondebok.
Sulfiet is vaak de zondebok als mensen last krijgen van hoofdpijn na het drinken van wijn. Sulfiet wordt aan heel veel levensmiddelen, etenswaren en vruchtensappen toegevoegd. Je treft het bijvoorbeeld aan in chips en friet (aanzienlijk gesulfiteerd), cola, koekjes, pizza’s, augurken en gedroogd fruit (tuttifrutti, vijgen, dadels zwarte pruimen, rozijnen), aardappelmeel, garnalen en vaak veel meer dan in wijn. Een portie gedroogde abrikozen en bovenvermeld gedroogd fruit bevat tien keer meer sulfiet dan een glas wijn. Het typische is dat de wijndrinkers met hoofdpijn geen klachten hebben als ze bovenvermelde producten consumeren.
* Bestaan er natuurwijnen zonder toegevoegde sulfiet?
De laatste 10 jaren zijn er in Frankrijk en Spanje wijnbouwers gestart met het maken van wijn zonder toegevoegde sulfiet. Helaas, maar ook nadrukkelijk moet hierbij worden vermeld dat het transport en bewaren van deze wijnen steeds onder de 15 graden C moet gebeuren omdat er anders vrij snel oxidatie van de wijn optreedt. Fris- en fruitigheid verminderen snel en ook de kleur van de witte wijn verandert geleidelijk naar licht- en vervolgens donkerbruin.
Château l’Escart in de Bordeaux is de eerste wijnbouwer met de Demeter keurmerk. De Demeter wijnboeren staan bekend om hun natuurlijke manier van werken en voegen weinig sulfiet toe.
Noot: Er wordt dus toch sulfiet toegevoegd en de vraag voor mij is wat en hoeveel “weinig sulfiet” precies betekent? Voor mij is en blijft het al dan niet extra toevoegen van sulfiet en vooral de hoeveelheden hiervan erg ondoorzichtig, terwijl de consument toch recht heeft hierover te worden geïnformeerd via het wijnetiket.
Volgens de website van Stichting Demeter, houder van het Demeter-keurmerk voor Nederland en Vlaanderen, is Demeter het kwaliteitskeurmerk voor biodynamische landbouwbedrijven en de al dan niet verwerkte producten.
Alle producten met een Demeter-keurmerk voldoen volgens de Stichting Demeter in ieder geval aan de normen voor biologische landbouw, zoals die binnen de Europese wetgeving zijn vastgelegd. Boeren en verwerkers die daarnaast voldoen aan de Demeter-normen en -richtlijnen ontvangen na de controle een Demeter-certificaat en mogen het Demeter-keurmerk voeren.
Het label Demeter zegt dus vooral iets over de boeren en verwerkers. Het gaat over de hele bedrijfsvoering, niet alleen over een biologisch product dat bijvoorbeeld ergens op een restperceeltje van een verder niet-biologisch bedrijf wordt geteeld. En dat past precies bij de geest van biologisch-dynamische voedselproductie: zorg voor het hele bedrijf en de bedrijfsomgeving.
Noot: Maar wat word ik daar allemaal wijzer van als ik in de winkel sta en een fles wijn wil kopen en alleen maar het etiket als informatiebron tot mijn beschikking heb?
En verder:
- In de hoofdpijnkliniek in Chicago is onomstotelijk vastgesteld dat sulfiet NIET de hoofdpijnveroorzaker is.
- Ter behoud van de kleur wordt vlees ( bijv. gehakt) en fruit (bijv. appels) bewerkt met sulfiet.
- Sinds november 2005 heeft de EU een nieuwe wet ingevoerd. Deze wet gebiedt op het etiket van alle levensmiddelen en dranken de stoffen te vermelden waarvoor mensen allergisch kunnen zijn.
- Sulfieten staan geregistreerd onder de E nummers E 220 t/m E 228.
Waarom geen vermelding op het wijnetiket van de toevoegingen in de wijn?
Van origine is wijn een relatief natuurlijke drank zonder al te veel toevoegingen; het is immers maar vergist druivensap, althans dat zou je mogen veronderstellen. De werkelijkheid is toch iets anders. Begin december 2015 heeft het t.v-programma “Keuringsdienst van Waarde” uitgebreid aandacht besteed aan de vele mogelijke toevoegingen in de wijnen.
Gesteld werd dat potentieel 60 verschillende stoffen aan de wijnen kunnen worden toegevoegd, die echter niet vermeld (hoeven te) worden op het wijnetiket. Genoemd werden o.a.: vislijm, gelatine, kalk, Arabische gom, klei, kleurstoffen, aromadruppels etc….. De reden waarom de producent niet verplicht is om de toevoegingen aan de wijn te vermelden op het etiket laat zich gemakkelijk raden. De klant zou wel eens de schrik om het lijf kunnen slaan bij het lezen van zoveel toevoegingen en vervolgens besluiten dan maar geen of minder wijn te drinken. Gevolg: wijnboeren en vele toeleveringsbedrijven komen in de problemen, minder accijns en BTW-ontvangsten door de overheid door dalende verkoop van wijn. Ook de horecabedrijven zouden een flinke dreun krijgen als de sommelier bij de keuze van de wijn door klant een opsomming zou geven wat er buiten druivensap ook nog in de wijn mogelijk zou zijn toegevoegd. Overigens verhoudt zich dit niet tot de verplichting dat op vrijwel alle levensmiddelen, frisdrank, etc…die in de winkel te koop zijn naast de voedingswaarde ook de toegevoegde stoffen moeten worden vermeld.
Er was geen enkele wijnbouwer bereid mee te werken aan het bovenvermelde t.v.-programma “Keuringsdienst van Waarde” om voor de camera een nadere toelichting of helderheid te geven op de toevoegingen in hun wijnen. En ook dat geeft te denken. Een bij de wortel opgenomen programma zou toch de mooiste reclame voor je bedrijf en dus verkoop van je wijn kunnen zijn. Mogelijk dat ook de gehele wijnbouw in een ander daglicht zou komen te staan bij een openbaring van de toevoegingen aan de wijnen. Drinkers van biologische wijnen zouden zich toch ook wel even achter de oren krabben als op het etiket vermeld zou zijn dat de druiven weliswaar niet met chemische bestrijdingsmiddelen zijn gespoten en met kunstmest zijn “bemest”, maar wel x-keer bespoten zijn met het zeer giftige kopersulfaat (substantieel onderdeel van de gebruikte Bordeauxse pap).
Zoals reeds eerder door mij vermeld, bestaat er geen wijn zonder sulfiet omdat deze stof automatisch wordt aangemaakt tijdens het vergistingsproces. Aan de meeste wijnen is daarbuiten nog extra sulfiet toegevoegd voor de houdbaarheid, maar ook smaakontwikkeling. Bovendien zijn veel van de aan wijnen extra toegevoegde stoffen niet schadelijk of ongezond voor het lichaam. Arabische gom is bijvoorbeeld een product dat wordt gewonnen door de stam van acacia uit Senegal in te snijden en er een potje onder te hangen om de sapstroom op te vangen. De opgevangen en ingedroogde gom wordt tot poeder gemalen en aan de wijn toegevoegd. Vlakke/platte wijn krijgt hierdoor een breder en voller mondgevoel. Uiteindelijk krijgt de consument datgene waar hij om vraagt n.l. lekkere wijn tegen een lage of vriendelijke prijs. Zo kan de wijnboer vele trossen laten hangen en toch een aardige wijn produceren. Iedereen blij!!!! De vele mogelijke toevoegingen zijn per definitie dus niet allemaal ongezond te noemen. Maar onbekend maakt onbemind; dus dan maar liever geen vermeldingen op het etiket. Het etiket zou wel eens zo veel papierruimte kunnen vragen dat de gehele fles met het etiket zou zijn bedekt om alle toevoegingen – c.q. in de wijn aanwezige restanten van de bespuitingen – te vermelden.
Het niet vermelden van de toevoegingen aan de wijn staat tevens in verhouding tot de behoefte van de wijndrinker aan alledaagse goedkope wijnen voor bijv. thuis bij de spaghetti of zomaar een slurpwijntje voor de avonduren. De Nederlanders zijn doorgaans niet bereid veel te betalen voor hun dagelijks wijntje. In de supermarkten zijn veel wijnen te koop rond de 3 euro per fles. De fiscus roomt deze prijs meerdere malen af. Per fles van 0,75 cl (onder de 15% vol. alc.) moet 0,66 euro accijns en 21% BTW en een nader vast te stellen bedrag aan inkomstenbelasting worden afgedragen aan de fiscus. De importeur en groothandel berekenen tevens hun winstmarge, rekening houdend met opslagkosten, personele kosten, transportkosten en af te dragen belastingen. De wijnboer heeft uiteraard ook diverse kosten, waaronder:
- afschrijving aanleg wijngaard (bedrading, palen, druivenstokken en spanankers)
- afschrijving en onderhoud apparatuur (vaten, tractor, gebouw, wijnpers, afvulinstallatie etc.)
- kosten bemesting;
- kosten vele bespuitingen;
- personele kosten jaarlijkse snoei, loofwandbeheer; plukken druiven;
- kosten voor vinificatie ( gist, sulfiet, citroenzuur, ontzuringsmiddelen, klaringsmiddelen en vele andere additieven).
- kosten wijnfles, kurk, capsule en etiket.
- onderzoekkosten wijnen in laboratorium op samenstelling.
- etc…………….
- En dan moet de wijnboer jaarlijks nog alle risico’s dragen van bevriezen van de jong uitgelopen wijnstokken, hagelbuien, slecht seizoen door te weinig zon of overvloedige regen etc.Uiteindelijk ontvangt de wijnboer nauwelijks iets per fles voor zijn vervaardigde wijn. Hij moet dus wel via vele bespuitingen het blad van de wijnstok gezond te houden en vele vele trossen laten hangen om volume te verkrijgen, waardoor de druiven niet van optimale kwaliteit zijn ( vaak te hoog zuur, te weinig suiker en aroma’s). En ja, dan moet de “toverdoos” vaak tevoorschijn worden gehaald om nog een acceptabele wijn in de fles te krijgen. En begrijpelijk dat er niet met tromgeroffel en halleluja wereldwijd wordt gemaakt wat er allemaal aan de basiswijn is toegevoegd.
De andere kant van de medaille.
En dan is er nog een beperkt aantal wijnboeren die als uitgangspunt een mooie wijn wilt maken, zonder of zo miniem mogelijk gebruik te maken van chemische bestrijdingsmiddelen en/of Bordeauxse pap en bovendien trosdunning toepassing waardoor er een kwalitatief betere kwaliteit ( lees: smaak) mogelijk is. De risico’s van een dergelijke werkwijze zijn natuurlijk veel groter en trosdunning levert veel minder ( tot wel 50%) wijnvolume. Maar de gemiddelde wijndrinker heeft meer interesse in de te betalen prijs dan in een wijn die op eigen kracht tot een mooie wijn is vervaardigd en opgevoed. En ook deze wijnboer heeft zijn (bovenvermelde) vaste kosten en zal ook in zijn levensonderhoud moeten voorzien.
Biologische wijnen; gezonder / smaakvoller dan traditioneel vervaardigde wijnen?????
Een ander punt is echter, dat de markt voor biologische wijnen enorm is gegroeid omdat de wijndrinker bewuster is gaan leven en liever een glas wijn drinkt waarvan hij, daartoe aangespoord door de vele publicaties en reclames, veronderstelt dat dit een gezonder product is. In Frankrijk drinkt 1/3 van de wijndrinkers inmiddels biologische wijnen en dit percentage zal naar verwachting alleen maar toenemen. Er wordt immers geen kunstmest gebruikt en niet gespoten met chemische bestrijdingsmiddelen en dat klinkt in ieder geval geruststellend en beter voor de gezondheid.
Tot zover klopt het verhaal, zij het dat ook de bladeren en druiven van deze biologische wijnboeren ontvankelijk zijn voor ziektes die in de wijnbouw voorkomen; met name echte en valse meeldauw op de bladeren en botrytis in de trossen. De genoemde twee schimmels op de bladeren zijn twee verschillende schimmels, die ook afzonderlijk moeten worden bestreden omdat de bladeren gezond moeten blijven omdat de suikervorming in de druiven nu eenmaal verloopt via de bladeren ( z.g.n. fotosynthese). Met andere woorden: geen gezonde bladeren, geen afgerijpte en voldoende zoete druiven om wijn te maken. Dus zal de biologische wijnboer, in verband met het verbod op het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen, zich moeten bedienen van andere – in de biologische wijnbouw door de overheid toegestane bestrijdingsmiddelen, anders dan chemische bestrijdingsmiddelen.
Het redmiddel voor de biologische wijnboer is de zogeheten ” Bordeauxse pap “. Dit is een onschuldige naam voor een spuitmiddel samengesteld uit kopersulfaat en gebluste kalk, opgelost in water. Internet/Wikipedia geeft een heldere beschrijving van de werking en giftigheid van dit product, zowel voor de mens als voor het bodemleven. In deze website wordt onder het kopje “Aanleg wijngaard” nader ingegaan op het gebruik van “Bordeauxse pap” maar ook op de giftigheid van kopersulfaat voor de mens en de bodem.
In feite wordt de drinker van de zogeheten biologische wijnen een beeld aangereikt, dat deze wijnen veel gezonder en smaakvoller zijn dan de traditioneel gemaakte wijnen. Bovendien hangt er aan biologische wijnen veelal een duurder prijskaartje dan de traditionele wijnen. De werkelijkheid en de suggestie van “gezondere wijnen” door de toevoeging “biologisch” is echter geheel misleidend. Angstvallig wordt ook het benoemen van kopersulfaat als bespuiting van de bladeren bij biologische maar ook traditionele wijnen veelal vermeden. Bordeauxse pap klinkt immers onschuldig en roept geen associaties op van een bijzonder toxisch bestrijdingsmiddel.
Begin 2017 zag ik een publicatie waarin werd verwezen naar een onderzoek van een universiteit uit Californië. Gesteld werd dat uit het onderzoek naar voren kwam dat wijndrinkers de smaak van biologische wijnen over het algemeen kwalitatief beter beoordeelden dan de niet-biologische wijnen.
Ik plaats hier grote vraagtekens bij op grond van eerdere onderzoeken en bevindingen van gerenommeerde wijndeskundigen. Dergelijke uitspraken zijn in het verleden ook reeds gedaan over biologische groenten en fruit, scharreleieren etc. Verder verwijs ik hierbij nogmaals naar de proeftest door Ilja Gort op een Franse Markt. Eenzelfde wijn uit hetzelfde vat, afgevuld in verschillende flessen (w.o. colafles, limonadefles, onverzorgde wijnfles en ook wijnfles met een mooie ziel) werd geheel verschillend beoordeeld; van extreem vies, waterig, futloos tot en met super mooi en excellent. Een mens bedenkt /fantaseert allerlei subjectieve belevingen/smaken die passen bij het aangereikte beeld of suggestie.
Wijn drinken en bepaling van de (subjectieve) kwaliteit is een optelsom van de beleving op dat moment, waarbij omgevingsvariabelen en zintuiglijke waarneming bepalende factoren zijn. De ogen, neus en mond spelen hierbij een belangrijke medebepalende rol. Eenzelfde wijn zal in goed gezelschap, in een sfeervolle ruimte en bij een goed diner beslist anders smaken (dus worden beoordeeld) dan in een tochtige, ongezellige en koude ruimte ergens achteraf. Wie heeft niet de ervaring dat hij bij een gezellig etentje op een Frans plein met zomerse temperaturen, omgeven door platanen en in goed gezelschap een wijn dronk met een uiteindelijke super eindwaardering. Dus de dag nadien de winkels nagespeurd om een paar flessen van die heerlijke wijn mee naar huis te nemen. En wat was er vaak een teleurstelling over de beleving thuis van diezelfde wijn. Mij is het in ieder geval meerdere malen overkomen. Een component die hierbij zeker in negatieve zin bijdraagt is de omgevingstemperatuur van de wijn tijdens de opslag na de aankoop en de temperatuur tijdens het transport naar huis. Als de temperatuur van de wijn na de aankoop boven de 25 graden Celsius oploopt, is dat dodelijk voor de kwaliteit van de wijn. En hoe snel loopt de temperatuur in een tent, caravan, voortent, camper, appartement of auto in warme landen niet op tot boven de 25 graden Celsius. Zelf zal ik dus nooit meer een voorraadje wijn meenemen vanuit een warm vakantieland; hooguit enkele flessen die de dag vóór het vertrek worden gekocht en in de koelkast of koelbox naar huis worden vervoerd.
Ook wijnproducenten en de wijnhandel kennen het belang hoe een fles wijn in de schappen op het eerste moment wordt beoordeeld. En dan spreek ik met name over courante wijnen. Kenners zullen zich door hun ervaring overwegend laten leiden door vroegere ervaringen en kennis van een bepaalde wijn. In het huidig tijdbeeld zijn afbeeldingen op wijnetiketten van (wijn)chateaus niet meer prikkelend in de aankoop van een wijn. Frisse kleuren en prikkelende afbeeldingen op het etiket zijn tegenwoordig meer bepalend voor een adspirant koper. Dat hebben met name de nieuwe wijnlanden ontdekt. Op etiketten van Australische wijnen staan veelal kleurrijke vogeltjes of andere frisse afbeeldingen.
Zo stond ik recent in de supermarkt bij het wijnschap te kijken. Op een gegeven moment schoven 2 mannen en 2 vrouwen aan. Uit hun gesprek maakte ik op dat zij gezamenlijk voor die avond een wijn zochten. Het gesprek over de te maken keuzen flipperde heen en weer. De 2 mannen hadden het op een gegeven moment gezien en liepen samen verder. Dus de keuze aan de 2 vrouwen. Welke moeten we nu nemen? vroeg één van hen. De fles met dat vogeltje vind ik wel leuk, zei de ander. Dan nemen we die toch en met instemming van de andere vrouw werden 2 van deze flessen in het winkelwagentje gelegd.
Belanghebbenden ( wijnboeren, tussenhandel, wijnhuizen, overheid etc) hebben er zeker belang bij dat bijvoorbeeld biologische wijnen als gezonder en lekkerder in de markt kunnen worden gezet. Biologische wijnen zijn doorgaans een stuk duurder en geven de wijndrinker veelal een gevoel dat hij gezonder bezig is. Een dergelijke campagne is ook te vergelijken met een eerdere inspanning van de wijnmarkt dat het drinken van rode wijn goed is voor hart- en bloedvaten ivm de aanwezigheid van het stofje “resveratrol” in rode wijnen. Er werd alleen niet bij verteld dat er dagelijks tientallen flessen van deze wijn moet worden gedronken om dit stofje effectief te maken in het lichaam.
De 4 verschillende werkwijzen waarop rosé wordt vervaardigd.
In Europa is het niet toegestaan om rosé te maken, door rode- en witte wijn te mengen.
De grote uitzondering op deze regel is: Champagne. Om een rosé champagne te maken is het wél toegestaan om een heel klein beetje rode wijn (van pinot noir) toe te voegen aan de witte champagne. In de nieuwe wereldlanden (bijv. Zuid-Afrika, Chili, Australië, Noord- en Zuid Amerika) is het samenvoegen van rode en witte wijn wel toegestaan om ” rosé ” te maken.
Er zijn veel verschillende manieren om roze druivensap te maken voor de productie van rosé. De vier meest voorkomende methoden zijn de volgende:
- Saignée (= laten bloeden). Dit is één van de meest gehanteerde technieken om rosé te maken. Wanneer meer tannine, kleur en smaak in de rode wijn wordt gewenst, wordt een deel van het nog roze sap in een vroeg stadium van de vergisting van rode wijn uit het vat afgetapt. De resterende rode wijn in de vaten wordt in het vervolgtraject van de vinificatie versterkt als gevolg van het “bloeden”, aangezien er minder sap overblijft, terwijl de hoeveelheid pitten en druivenschillen gelijk blijft. Tijdens de verdere fermentatie zal het roze afgetapte sap afzonderlijk worden gefermenteerd tot rosé. En meer schillen en pitten geven meer smaak, tannine en kleur aan de verminderde hoeveelheid most van de rode druiven, hetgeen uiteindelijk een kwalitatievere rode wijn zal voortbrengen. De wijnboer maakt bij deze methode dus gelijk rosé en kwalitatievere rode wijn. Of nog anders gezegd: rosé is bij deze werkwijze het afvalproduct bij de vinificatie van een meer geconcentreerde wijn. En laat de wijnproducent dan ook nog dit afvalproduct als rosé tegen een leuke vergoeding in de markt kunnen zetten!! Deze methode wordt veel toegepast in de Franse wijnstreken Tavel en Provence.
- Directe persing. Na de oogst en het ontstelen worden de blauwe druiven direct geperst. Hierdoor is er korte tijd contact tussen het sap en de schillen van de druiven. Het sap kleurt hierbij roze. Van dit sap maakt men vervolgens rosé. Rosé d’Anjou is een op deze manier gemaakte rosé.
- Langer schilcontact. Hoe langer de schillen in de most / tijdens de vinificatie aanwezig blijven, des te dieper de kleur. Na de oogst en ontstelen worden de blauwe druiven niet direct geperst, maar eerst gekneusd waardoor het sap in contact komt met de schillen. Men laat deze most korte tijd op lage temperatuur staan, zodat de most niet gaat gisten maar wel wat van de kleurstoffen van de schillen kan opnemen. Hierna perst men de druiven tot roze sap, waarvan vinificatie tot rosé plaatsvindt.
- Druiven mengen. Zoals vermeld is het niet toegestaan om bij het vervaardigen van rosé rode en witte wijn te mengen. Het is wel toegestaan rode en witte druiven te mengen en deze samen te persen en te vinifiëren tot rosé. Deze methode wordt in Duitsland gehanteerd; deze wijnen heten Schillerwein of Rotling.
verschillende kleuren rosé
Alcohol en gezondheid.
Dat overmatig alcoholgebruik ongezond is voor je lichaam, hoeft geen uitgebreid betoog. Zo is aangetoond dat buitensporig alcoholgebruik nadelige invloeden heeft op de lever, hersenen(dementie / Korsakov-syndroom ), hart, bloeddruk en bovendien in relatie staat tot het ontstaan van diverse vormen van kanker ( waaronder: mond, slokdarm, dikke darm, lever………………).
Onderbelicht is het gegeven dat alcohol een hard-drug kan zijn bij bovenmatig alcoholgebruik. Ik probeer zeker niet een schrikbeeld op de roepen over alcohol. Wel wil ik attenderen op een gematigd en verstandig gebruik van alcohol. Op internet is hierover uitgebreide informatie te vinden.
Tot 2015 werd algemeen gesteld dat het dagelijks gebruiken van 2 glazen alcohol per dag (door mannen) als een veilige marge werd gezien voor het menselijk lichaam. Voor vrouwen was dit maximum gesteld op 1 glas per dag.
Britse medische autoriteiten stelden de “veilige grenzen” ten aanzien van alcoholgebruik als volgt vast. Een fles wijn met een alcoholpercentage van 12 % vol. alcohol werd benoemd als 9 eenheden alcohol. Voor mannen werd een maximaal alcoholgebruik geadviseerd van 28 eenheden per week en voor vrouwen 21 eenheden per week. Opmerkelijk is het gegeven dat Britten in elk representatief onderzoek over alcoholgebruik als verbruik bijna slechts half zoveel alcoholgebruik vermelden als de Britse douane weet dat er daadwerkelijk wordt geconsumeerd.
ALCOHOL EN DE SCHIJF VAN 5.
Onderstaande tekst onder dit kopje is een gedeelte van datgene wat het Voedingscentrum in DE SCHIJF VAN 5 adviseert ten aanzien van alcoholgebruik.
Alcoholpromillage.
Alcoholpromillage is de maat voor de hoeveelheid alcohol in het bloed. Bij het drinken van 1 glas met 10 gram alcohol heeft een man ongeveer een promillage van 0,2 en een vrouw ongeveer 0,3. Het promillage hangt verder af van onder andere gewicht en de werking van de lever. De wettelijke limiet voor deelname aan het verkeer is gesteld op een promillage van 0,5. ( persoonlijk noot: Een eenvoudig rekensommetje leert dat een man bij een gebruik van 2 glazen alcohol van bovenvermelde promillage met 2 glazen binnen de wettelijk toegestane waarden om deel te nemen aan het verkeer; bij een vrouw is dat 1 glas).
Het lichaam neemt alcohol snel op en heeft direct invloed op het lichaam. Het begint met een ontspannen gevoel en een zekere mate van angstreductie. De ademhaling en polsslag versnellen en de bloedvaten in de huid verwijden zich. Dit is te zien aan een rood gezicht. Wanneer alcohol langzaam en bij het eten wordt gedronken, gaat het trager. Via de dunne darm komt alcohol in het bloed. In de maag wordt al een klein gedeelte van de alcohol afgebroken. De alcohol die in het bloed terechtkomt, breekt de lever af.
Alcohol wordt in het lichaam afgebroken tot acetaldehyde. Deze stof is schadelijk voor de cellen, maar scheid je snel weer uit via de urine en uitademingslucht.
Effecten van verschillende dranken.
De gezondheidseffecten gelden meestal voor alle alcoholische dranken, behalve als dat hieronder anders is aangegeven. Het is bijvoorbeeld niet zo dat rode wijn gezonder is dan witte wijn. Dit effect wordt wel toegeschreven aan de hogere gehaltes aan antioxidanten in rode wijn, zoals flavonoïden, maar dit effect is nooit duidelijk aangetoond.
Gedrag en stemming.
Bij het oplopen van het alcoholgehalte in het bloed verandert de stemming en gedrag. Alcohol veroorzaakt zelfoverschatting, emotioneel gedrag en verdoving van de zintuigen. De reactiesnelheid vermindert en de kans op zelfoverschatting en emotioneel gedrag neemt toe. Er is een duidelijke relatie tussen alcoholgebruik en gedrag, waardoor het risico op sterfte en ziekte door verkeersongelukken en geweldsdelicten toeneemt. Dat doet zich vooral bij jongeren voor.
Verslaving
Alcohol kan leiden tot lichamelijke en geestelijke afhankelijkheid of verslaving. Bij lichamelijke afhankelijkheid is steeds meer alcohol nodig voor hetzelfde effect. Als er na lange tijd gestopt wordt met het drinken van alcohol, treden onthoudingsverschijnselen op. Geestelijke afhankelijkheid uit zich in het gevoel niet meer zonder alcohol te kunnen.
Afname kans op ziekten (alleen bij matig alcohol gebruik)
Goed onderbouwde bevindingen laten zien dat een matig alcoholgebruik (tot 15 gram per dag, dat komt neer op maximaal 1,5 glas) het risico’s op sommige chronische ziekten verlaagt. Tegelijkertijd vergroot alcoholgebruik wel het risico op andere chronische ziekten (zie kopje hieronder). Het is aannemelijk dat een matig alcoholgebruik samenhangt met een lager risico op hart- en vaatziekten en dementie. Daarnaast lijkt een matig gebruik van bier en wijn samen te hangen met een lager risico op longkanker. Ook lijkt matig alcoholgebruik op het risico op, en sterfterisico bij, diabetes type 2 te verkleinen. Mogelijk komt dit door het lagere risico op hart- en vaatziekten. Hart- en vaatziekten is namelijk een belangrijke complicatie bij diabetes. Matig alcoholgebruik lijkt een gunstig effect te hebben op werking van insuline. Meer drinken dan een glas per dag leidt niet tot meer gezondheidswinst en is ongunstig.
Toename kans van ziekten.
Matig alcohol gebruik (minder dan 15 gram) kan de kans op bepaalde ziekten verkleinen. Wel verhoogt de kans op borstkanker al vanaf het drinken van 1 glas per dag. Alcoholgebruik van meer dan 15 gram (meer dan 1,5 glas) per dag zorgt alleen voor hogere risico’s.
◾Bij meer dan 15 gram alcohol neemt het risico op een beroerte toe.
◾Bij meer dan 2 glazen alcohol per dag, neemt de kans op tumoren van de mond- en keelholte, strottenhoofd en slokdarm, dikke darm en endeldarm en longkanker toe. Daarvoor is duidelijk wetenschappelijk bewijs. Als je daarnaast rookt is het schadelijke effect nog groter. Volwassen vrouwen die 1 glas alcohol of meer per dag drinken, hebben een verhoogde kans op borstkanker. Voor jonge vrouwen is dit risico nog groter.
◾Chronisch overmatig alcoholgebruik verhoogt het risico op leveraandoeningen zoals: een vette lever, alcoholische hepatitis, later levercirrose en uiteindelijk soms zelfs leverkanker. Er is onbekend bij welke hoeveelheden deze effecten optreden.
◾Chronisch overmatig gebruik van bier bij mannen en van sterke drank bij vrouwen kan leiden tot diabetes type 2.
Kans op sterfte.
Matig én veel bier drinken hangt samen met een hogere sterfte ongeacht doodsoorzaak. Dat geldt ook voor het drinken 2 glazen wijn per dag of meer. Een matige consumptie van 1 glas wijn per dag hangt samen met een lagere sterfte. In het algemeen geldt dat het drinken van 1 glas alcohol per 2 dagen verband houdt met een 15% lager risico op sterfte.
Bij meer dan 20 glazen alcohol is er acuut levensgevaar. Het effect verschilt per individu en hangt af van de combinatie met medicijngebruik of bepaalde aandoeningen.
Effecten afhankelijk van het drinkpatroon.
Er is een groot verschil in het effect op gezondheid tussen gelijkmatig verspreid drinken over de week en binge-drinken (veel achter elkaar). Dat geldt bijvoorbeeld als er 7 of meer drankjes in het weekend worden gedronken, in plaats van maximaal 1 glas per dag. Bij hetzelfde gemiddelde alcoholgebruik hangt binge-drinken in vergelijking tot gelijkmatig gespreid drinken bijvoorbeeld samen met een 45% hoger risico op hartziekten.
Calorieën in alcohol en overgewicht.
Alcoholische dranken bevatten veel calorieën. Daarom kan te veel alcohol leiden tot overgewicht.
Een gram alcohol levert 7 kilocalorieën (kcal). Dat is meer dan koolhydraten en eiwitten (4 kcal) en minder dan vetten (9 kcal). De totale hoeveelheid calorieën die je binnenkrijgt met alcoholische dranken hangt ook af van de hoeveelheid suiker die in de drank zit.
Gemiddelde hoeveelheid calorieën per glas kcal.
Breezer 180
Rosé (100 ml) 71
Rode wijn (100 ml) 82
Bier, pils (250 ml) 110
Droge witte wijn (100 ml) 67
Bier, oud bruin (250 ml) 90
Likeur (35 ml) 85
Whisky (35 ml) 85
Port (35 ml) 80
Rum (35 ml) 80
Vieux (35 ml) 70
Bessenjenever (35 ml) 65
Bier, alcoholarm en alcoholvrij (250 ml) 55
Vruchtbaarheid.
Alcohol kan leiden tot verminderde vruchtbaarheid bij vrouwen en mannen.
Zwangerschap.
Alcohol komt via de placenta bij het kind. De alcoholconcentratie in het kind is gelijk aan die in het bloed van de moeder. Alcohol kan op elk moment van de zwangerschap schadelijk zijn. De risico’s van de negatieve effecten nemen toe naarmate er meer alcohol wordt gedronken.
Alcohol tijdens de zwangerschap vergroot de kans op een miskraam, vroeggeboorte en een kind met een laag geboortegewicht. Ook kan alcohol de latere ontwikkeling van het kind beïnvloeden.
Vrouwen die zwaar drinken tijdens een zwangerschap hebben een verhoogde kans op een kind met het foetaal alcohol syndroom (FAS). Dit syndroom wordt gekenmerkt door groeiachterstand van het kind, specifieke afwijkingen in het gezicht, afwijkingen aan het centraal zenuwstelsel en het hart en misvormingen van de ledematen. Het risico neemt toe vanaf 6 glazen per dag.
Borstvoeding.
Alcohol komt via de moedermelk bij het kind terecht. Eenmalig gebruik van 1 tot 2 glazen door een vrouw die borstvoeding geeft, zorgt in de daarop volgende 3 uur tot een vermindering van de aanmaak van moedermelk. Als de baby in die 3 uur van de moedermelk drinkt raakt het slaap-waakpatroon van de baby verstoord. Het drinken van lagere hoeveelheden alcohol zijn niet onderzocht. Over het verband tussen de lichamelijke en geestelijke ontwikkeling van de baby en het drinkgedrag van de moeder is weinig bekend. Onderzoeken hierna zijn namelijk schaars en de resultaten zijn verschillend. Het advies is om geen alcohol te gebruiken gedurende de periode dat een vrouw borstvoeding geeft. Indien de moeder toch een glas alcohol heeft gebruikt wordt aanbevolen om de afgekolfde melk in de 3 uren daarna weg te gooien en pas daarna weer borstvoeding te geven.
Alcohol en jongeren.
Alcohol drinken is schadelijk voor het lichaam van jongeren dat nog in ontwikkeling is. Ook zijn jongeren die hebben gedronken kwetsbaar voor bijvoorbeeld seksueel geweld. Verder kan alcohol drinken op jonge leeftijd leiden tot problemen met alcoholgebruik op latere leeftijd (verslaving). Jongeren lopen ook sneller het risico alcoholvergiftiging te krijgen.
Voedingsadvies.
Geen alcohol of niet meer dan 1 glas per dag
Matig alcoholgebruik van 1 glas per dag heeft positieve en negatieve gezondheidseffecten. Meer alcohol drinken heeft alleen maar negatieve effecten. Vanwege deze effecten geldt het advies geen alcohol te drinken of in ieder geval niet meer dan 1 glas per dag. Dit advies is hetzelfde voor mannen en vrouwen.
Niet opsparen.
Het opsparen van je alcoholische dranken past niet in dit advies, vanwege de negatieve gezondheidseffecten die dit met zich meebrengt. Dus het is niet zo dat je op de ene dag 2 wijntjes ‘mag’ als je de dag erna niets neemt. Of dat in het weekend 7 biertjes drinken geen kwaad kan als je de rest van de week niets drinkt.
Dagje niet.
Als je alcohol drinkt is het verder aan te raden om af en toe een dag over te slaan om de kans op gewenning of verslaving te verkleinen.
Water bij alcohol
Omdat alcohol vochtafdrijvend werkt is het aan te raden om naast een glas alcohol een glas water te nemen.
Geen alcohol tijdens de zwangerschap.
Vanwege de risico’s die hierboven omschreven zijn, is aan te raden geen alcohol te drinken vanaf het moment dat je zwanger wilt worden en tijdens de zwangerschap. In geval van vruchtbaarheidsproblemen kunnen ook toekomstige vaders beter geen alcohol drinken totdat hun partner zwanger is.
Het is onbekend of de risico’s ook gelden bij vrouwen die weinig drinken tijdens de zwangerschap. Gezien de belangen van het kind wordt zwangere vrouwen aangeraden geen alcohol te gebruiken.
Pas op met alcohol tijdens de borstvoeding.
Het is aan te raden geen alcohol te drinken als je borstvoeding geeft. Als je toch alcohol wilt drinken, dan geldt het advies om direct na een borstvoeding maximaal 1 drankje te nemen. Wacht vervolgens 3 uur met de volgende voeding. De alcohol is dan afgebroken.
Geen alcohol voor kinderen onder de 18
Kinderen tot 18 jaar mogen in Nederland geen alcohol drinken vanwege de negatieve gevolgen voor de ontwikkeling en de gezondheid.
Etiket / alcoholpercentage.
Op het etiket wordt het percentage alcohol in dranken weergegeven met vol%, wat volumeprocenten betekent. Deze vermelding gaat vooraf aan de term ‘alcohol’ of ‘alc’. Van dranken die meer dan 1,2% vol alcohol bevatten, moet het alcoholgehalte worden vermeld.
Als een drank volgens het etiket 10% vol alcohol bevat, wil dat zeggen dat de drank 10 milliliter alcohol bevat per 100 milliliter vloeistof. Omdat 1 milliliter alcohol 0,8 gram weegt, levert de drank per 100 milliliter 8 gram alcohol.
EEN KATER , hoe had ik het (deels) kunnen voorkomen of hoe kom ik er zo vlug mogelijk vanaf????
Het gevoel van “the day after” na een avondje stappen of gezellig feestje met vrienden, kennen we vrijwel allemaal.
In tegenstelling tot andere voedingsstoffen heeft ons lichaam er moeite mee om grote hoeveelheden alcohol te verwerken. Alcohol blijft lang in het bloed aanwezig. Heb je te veel alcohol in je bloed dan ben je dronken. Als je voldoende nachtrust hebt gehad en niet te veel gedronken hebt, dan is de alcohol meestal de volgende ochtend weer verdwenen. Maar als we te veel alcohol hebben gedronken ligt het voor de hand dat we ons de volgende dag niet helemaal fit voelen. Veelal spreken we dan van een “kater”.
Wat is een kater?
Als we meer drinken dan ons lichaam kan verwerken, dan lopen we grote kans om de volgende ochtend wakker te worden met een kater. Bij een kater heb je vaak last van hoofdpijn, voel je je slap, futloos, misselijk, trillerig en wil je het liefst de hele dag in je bed blijven liggen. Na verloop van tijd gaat het over, maar je voelt je beroerd en je hebt een rotdag.
De symptomen van een kater worden voor een heel klein gedeelte veroorzaakt door de (kunstmatige) kleurstoffen, smaakstoffen, sulfieten en andere hulpstoffen die aan sommige alcoholische dranken worden toegevoegd.
Van grotere invloed op de heftigheid van de kater is het drinken van te weinig water. Alcohol zorgt er voor dat je nieren meer water uitscheiden dan normaal, waardoor je meer gaat plassen. Wordt dit vocht niet aangevuld door niet-alcoholische dranken te drinken, dan raak je uitgedroogd. Dan vernauwen de bloedvaatjes in je hersenen en kun je hoofdpijn krijgen.
Veruit de grootste oorzaak van een kater is echter de alcohol zelf en de giftige afvalstoffen die vrijkomen bij de afbraak van alcohol. Je lichaam kan de voornaamste afvalstof acetaldehyde niet goed verwerken. Acetaldehyde heeft in je hersenen ook een vaatvernauwend effect, waardoor je hoofdpijn krijgt. Het werkt ook rechtstreeks op je maag en darmen, waardoor je misselijk wordt. Tot slot verlaagt het suikergehalte in je spieren waardoor je slap en trillerig wordt. Dit alles samen maakt je futloos en geeft je het bekende katerige gevoel.
Hoe breekt je lichaam alcohol af?
Je lever breekt alcohol langzaam af naar acetaldehyde. Dat is giftig en kan naast je lever ook je hersenen beschadigen. Van acetaldehyde krijg je o.a. hoofdpijn, wordt je trillerig en misselijk.
De acetaldehyde wordt nog langzamer afgebroken dan alcohol. Als de alcohol in de vroege morgen uit het bloed is verdwenen, is er nog wel veel acetaldehyde over.
Om acetaldehyde te kunnen afbreken heeft het lichaam bepaalde peptiden nodig (glutathion) die de lever zelf aanmaakt. Onze lever heeft altijd een kleine voorraad van deze peptiden beschikbaar om kleine hoeveelheden giftige stoffen te kunnen afbreken. Om deze peptiden te kunnen maken zijn specifieke voedingsstoffen nodig.
Na de consumptie, opname en afbraak van veel alcohol produceert je lever dus veel acetaldehyde, maar kan hiervan slechts een klein deel snel en efficiënt verder afbreken. Er is genoeg glutathion aanwezig om ongeveer 2 glazen alcohol snel te verwerken. Daarna wordt de giftige acetaldehyde even langzaam afgebroken als dat de lever nieuwe peptiden aan kan maken die nodig zijn bij deze afbraak. Dit proces duurt erg lang; daarom is de acetaldehyde de volgende ochtend nog niet verdwenen
Hoe voorkom je een kater?
De beste manier om een heftige kater te voorkomen is door niet te veel alcohol te drinken. Drink met mate. Drink niet allerlei verschillende drankjes door elkaar. Het verlies van te veel vocht door alcohol kun je compenseren door tussendoor regelmatig non-alcoholische dranken zoals water te drinken. Bij drank met een alcoholpercentage tot 5%, zoals bier, krijg je weinig last van uitdroging. Bij dranken met een hoger alcoholpercentage, zoals wijn en sterke drank, vormt uitdroging een groter probleem.
Als richtlijn geldt dat je voor elke alcoholische consumptie sterker dan bier een extra longdrinkglas water moet drinken.
Mocht je een keer heel veel alcohol gedronken hebben, zorg er dan voor dat je lichaam na het drinken alle voedingstoffen beschikbaar heeft om meer peptiden aan te maken waarmee het ’s nachts de acetaldehyde snel en efficiënt kan afbreken.
Wat als je toch een kater hebt
Blijf de volgende ochtend voldoende water drinken en gebruik een lichte maaltijd met veel fruit. Drink niet te veel koffie, want dat heeft geen goed effect op je kater. Probeer voldoende rust te nemen.
Tips om een kater te voorkomen:
- Drink met mate
- Drink extra water
- Consumeer voldoende bouwstoffen voor meer glutathion ( zie artikel op internet: Glutathion, Moeder van alle Antioxidanten).
Véraison
Dit is de Franse benaming voor het verkleuren van de druiven zo’n 60 dagen na de bloei. Witte druiven verkleuren van groen naar meer doorzichtig goudgeel; de mate waarin is afhankelijk van het druivenras.
Blauwe druiven verkleuren van groen naar blauw, rood en soms zwart. Vlak voor de véraison zijn alle druiven dus gewoon groen.
Véraison bij Riesling druiven.
Tijdens de véraison, is ook te zien dat niet alle druiven tegelijkertijd verkleuren (zie onderstaande linker foto van de Pinot noir.
Het gaat bij de véraison om twee belangrijke aspecten.
Wat er gebeurt tijdens de véraison en wanneer en waarom treedt deze deze verkleuring op ?
De véraison is de periode / het moment waarop de groei van de druiven overgaat in rijping.
Elke plant, boom, struik, gewas (zowel groenten, fruit, bloemen etc) heeft de innerlijke drang om nakomelingen voort te brengen, of via verspreiding van het zaad in de vruchten, of uitlopers of zaadverspreiding via de ontwikkelde zaadstengels. Soms springen zaadknoppen bij volledige rijping open en verspreiden zich in de omgeving van de moederplant. Andere planten proberen vogels en andere dieren via de geur, smaak, zoetheid of anderszins te verleiden om te eten van hun vruchten om de zaden zodoende via hun uitwerpselen in de omgeving te laten verspreiden. Maar dan moeten ze voor deze dieren wel aantrekkelijk zijn om te worden geconsumeerd.
Hiertoe buigt de wijnstok het groeiproces van de wijnstok om in het afrijpen van de druiven. De druif start met het aanmaken van suikers om zichzelf aantrekkelijk te maken voor de vogels, dassen, vossen etc. Het suikerniveau van de druif hoeft daarbij nog niet zo hoog te liggen dan noodzakelijk voor het maken van wijn (ongeveer 88 Oechsle voor 12% alcohol). Als de druiven een suikerniveau van 20 Oechsle hebben beginnen de vogels al met het eten van de druiven. De druivenpitjes worden verspreid via de ontlasting.
Dit is ook het moment waarop de netten over de druiven moeten worden gespannen, vooral als de wijngaard dicht in de buurt van een woonwijk ligt. Want waar de mens woont, woont ook de merel en die zijn dol op rijpende druiven.
In dit kader is het bijzonder even stil te staan bij de rol van de eekhoorn (wordt geregeld gesignaleerd op de wijngaard) die geheel op eigen wijze bijdraagt aan de (zaad)verspreiding van de walnoten. Aan de rand van de wijngaard – binnen het terrein – staan enkele walnotenbomen. De eekhoorn verstopt bij diverse metalen palen als wintervoorraad in de grond één of meerdere walnoten, zodat hij winterdag een aanwijzing heeft waar de walnoten kunnen worden opgegraven. Alleen lijdt eekhoorn kennelijk aan geheugenverlies. In het voorjaar zie ik op meerdere plaatsen naast een metalen paal een klein walnotenboompje groeien.
Tijdens de véraison treden er niet alleen veranderingen op in suikergehalte. De zuurgraad daalt en er wordt ook een veelheid aan andere stoffen aangemaakt.
HET BELANG VAN DE ZON IN DE WIJNBOUW.
Het gemiddeld aantal zonuren in Nederland bedraagt 1639 uur. In het binnenland ligt dit aantal uren lager omdat wolken pas boven land ontstaan. In de kustgebieden is het aantal zonuren dus hoger dan in het binnenland, maar de gemiddelde temperatuur is er wel lager. Het gemiddeld aantal zonuren in Zuid-Limburg bedraagt ongeveer 1550 uur per jaar.
De zon levert licht en warmte.
Licht zorgt voor de noodzakelijke fotosynthese voor de groei van de bladeren / plant en uiteindelijk de druiven. Geen gezonde bladeren betekent geen of onvoldoende afrijpen / suikervorming van de druiven. Gezonde bladeren zijn dus randvoorwaardelijk voor de ontwikkeling en uiteindelijk afrijpen van de druiventros.
Warmte: In de bovenste lagen warmt de zon de bodem op. Beneden de 1 meter beneden het maaiveld is de jaarlijkse temperatuurgang nauwelijks nog merkbaar. Op deze diepte is het bijna altijd 10-11 graden C. Als de temperatuur van de bovenste 20-30 cm boven de 10 graden C wordt, komt de sapstroom via de wortels op gang. Wanneer deze oploopt tot boven de 15 graden C, ontluiken de knoppen van de wijnstok. In het volgende stadium beginnen de vruchtbeginsels te bloeien. De aanvang van de bloei van planten etc. is de laatste jaren zo’n 3-4 weken vervroegd ten opzichte van de periode vóór 1988. Gevolg is dat het voorjaar steeds vroeger begint en de winter steeds later. Voor de Limburgse wijnbouw is dat natuurlijk bijzonder gunstig. Enerzijds kunnen de druiven langer blijven rijpen en anderzijds drogen de bladeren van de druivenplant eerder waardoor de risico’s van schimmelvorming – ook in de trossen – kleiner zijn.
WAAROM TE KIEZEN VOOR WIJN VAN NEDERLANDSE BODEM?
Deze vraag wordt mij meer dan eens gesteld. Een algemeen en geldend antwoord is niet te geven. Diverse factoren spelen hierbij een rol.
Wereldwijd en opgeteld wordt er een aanzienlijke plas wijn gemaakt. Alleen al in Europa zijn 3.390.000 ha met wijndruiven beplant. Op de lagere school werd ons 1 ha gevisualiseerd met de oppervlakte van het Vrijthof in Maastricht. Daarbij dienen de wijnen van de nieuwe wereld-wijnlanden (Zuid-Afrika, Chili, Australië, USA/Californië etc.) nog bij worden opgeteld. Van het totaal neemt Nederland 270 ha voor zijn rekening; Spanje 1.021.000 ha, Frankrijk 790.000 ha, Italië 690.000 ha Portugal 225.000 ha, Roemenië 190.000 ha, Griekenland 110.000, Rusland 65.000 ha, Bulgarije 65.000 ha, Oostenrijk 45.000 ha, Zwitserland 15.000 ha, Engeland en Wales 1.400 ha en België 150 ha.
Ook bij wijn geldt het economisch beginsel dat de vraag naar …..de prijs bepaalt.
Nederland loopt niet geheel in de pas met de algemeen geldende wijnprijzen. De prijzen van Nederlandse wijnen liggen over het algemeen hoger dan die van bijvoorbeeld buurland Duitsland of andere wijnlanden.
Een deel van deze prijsstelling kan worden gerechtvaardigd door het gegeven dat de Nederlandse wijnbouw veel kleinschaliger is dan in bovenvermelde landen ( muv België). De kosten van de aanleg van een kleine wijngaard zijn vanzelfsprekend hoger dan die van een grote wijngaard. De prijzen van te planten wijnstokken, palen, draad etc…liggen hoger bij beperkte aankoop. De kostprijs van alle benodigde apparatuur ( w.o. ontsteelapparaat, wijnpers en vele andere aan te schaffen materialen) verhogen bij een beperkte productie de (kost)prijs van de wijn. Bovendien is in Nederland de accijns op wijnen hoger dan in andere landen. In Duitsland ontbreekt de accijns op wijn geheel.
Verder is het klimaat in Nederland toch iets grilliger en meer wispelturig dan in de warmere landen. Benodigde aantal zonuren kunnen bij een matige of slechte zomer niet worden gehaald waardoor de suikervorming /afrijping geen gewenste waarden behaalt. Het onkostenplaatje + een noodzakelijke winstmarge bepaalt uiteindelijk de vraagprijs van de wijn.
Veel Nederlandse restaurants hebben tegenwoordig de wijn uit de streek op de wijnkaart omdat er bij streekproducten een passende streekwijn het geheel completeert. Zo past een witte Johanniterwijn uitstekend bij Limburgse asperges.
De kwaliteit van de Nederlandse wijnen mag zich tegenwoordig zeker meten met die van bovenvermelde landen. De afgelopen jaren is de kwaliteit van de Limburgse wijnen met sprongen vooruit gegaan. Nederlandse wijnen halen procentueel gezien op buitenlandse wijnkeuringen meer prijzen dan de wijnen uit andere wijnlanden.
Toch kunnen de meeste Nederlandse wijnboeren niet leven van alleen de verkoop van wijn. Nevenactiviteiten, zoals rondleidingen, proeverijen en diverse arrangementen moeten aanvullende financiële middelen genereren.
Verder kan een beetje chauvinisme bij het wijndrinken ook niet echt kwaad. En uiteraard, zoals in elk wijnland, zijn er ook in Nederland goede, minder goede en zelfs ook slechte wijnmakers.
WAAROM ZIT WIJN ALTIJD IS FLESSEN VAN 0,75 LTR ?
Je zult er waarschijnlijk nooit echt bij hebben stilgestaan dat het merendeel van de wijnflessen (rode, witte wijn of rosé) nagenoeg alle hetzelfde formaat hebben van 0,75 l, 75 cl, 750 ml en dat ongeacht of ze nu uit Frankrijk, Spanje, Zuid-Afrika, Duitsland, Australië, China etc. komen.
Verder zijn de andere formaten zoals magnum (1,5 liter), jéroboams (4,5 liter), impérials (6 liter) steeds een veelvoud van 0,75 ltr.
Over het waarom van deze gestandaardiseerde maten zijn de meest uiteenlopende (foutieve) verklaringen de wereld in geslingerd.
Het volume van een fles wijn werd gestandaardiseerd in de loop van de 19de eeuw. Sindsdien doen hieromtrent de meest uiteenlopende theorieën de ronde:
- Vroeger werden de flessen met de mond geblazen. Mythisch is hierbij de gedachte dat een glasblazer een gemiddelde longcapaciteit had om een fles van 0,75 ltr te kunnen blazen.
- Deze hoeveelheid zou de gemiddelde consumptie wijn tijdens een maaltijd zijn.
- Het beste volume om wijn te bewaren.
- De meest ideale transportmaat.
Het correcte antwoord bevindt zich echter niet tussen deze mogelijkheden.
De oorsprong van deze gestandaardiseerde maatvoering is te herleiden tot praktische organisatie.
Reeds lange tijd zijn de Britten één van de belangrijkste afnemers van Franse wijnen. In Engeland worden niet dezelfde standaardmaten gehanteerd als op het vaste land. Hun standaardmaat “Gallon” komt overeen met 4,5609 liter. Omwille van praktische redenen werden hun aankopen van Bordeaux-wijnen verscheept in houten vaten van 225 liter of 50 gallons (met afronding). Deze 225 liter komt overeen met 300 flessen van 75 cl. Dus 1 Barrique = 50 Gallons = 300 flessen. Hieruit volgt dat 1 gallon gelijk is aan 6 flessen. Dit is dan ook de enige reden waarom nog steeds vandaag de dag wijnkisten steeds 6 of 12 flessen bevatten.